-
1 falls verzogen
-
2 verziehen
verziehen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 〈 sport en spel〉verkeerd schieten, raken♦voorbeelden:2 scheef-, kromtrekken♦voorbeelden:4 verzieh dich! • hoepel op!
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский